Vadertje Staat is ziek

Niemand had het ooit voor mogelijk gehouden.

Al eeuwen deed Vadertje Staat zijn werk zonder één dag verstek te laten gaan. Wie had dat kunnen denken dat Vadertje Staat op een morgen zijn bed niet meer wilde uitkomen. Bezoek was niet welkom. Zelf voor zijn geliefde minister van Begroting bleef de deur gesloten.

Hoe was het zover kunnen komen? De laatste jaren leek Vadertje Staat niets goed meer te kunnen doen. Het was altijd iets. Bij het aanleggen van nieuwe wegen bijvoorbeeld volgde er gegarandeerd een klaagzang. Ofwel waren de wegen te smal ofwel werden de wegen te breed gevonden. Het was of de duivel ermee gemoeid was, steeds opnieuw werd er geprotesteerd. Een deel van het volk wilden hun belastingen niet meer betalen omdat ze vonden dat ministers teveel verdienden. Steeds meer mensen lapten alle regels aan hun laars. Waar vroeger de soldaten van de Schout met ontzag werden behandeld, werden ze nu zowaar uitgelachen, nooit gezien en Vadertje Staat zag het met lede ogen aan.

Kwade tongen gingen zover te beweren dat Vadertje Staat zelf het weer bepaalde. En dat hij zo zowel verantwoordelijk was voor langdurige droogte of voor de overstromingen die het land soms teisterden. Vadertje Staat ontkende in alle toonaarden maar het mocht niet baten. In de kroegen kon er geen goed woord meer gezegd worden over Vadertje Staat.

Toen zelf het groot en gratis Nationaal Nieuwjaars vuurwerk, de trots van Vadertje Staat, werd weggehoond brak de veer. Het gevolg liet zich raden, Vader Staat werd ziek en sloot zich op in zijn kamer.

Afhankelijk tilde de bevolking er niet zo zwaar aan. Het zou allemaal niet zo’n vaart nemen, maar dat was buiten de waard gerekend.

Als Vadertje Staat niet meer werkte betekende dat ook dat de lonen niet meer uitbetaald werden. Na een paar maanden gaven de soldaten van de Schout er de brui aan en ook de huurlingen van het leger van de Koning gingen hun geluk in een ander land zoeken.

De gevolgen lieten zich raden.

Roversbenden kwamen uit hun schuilplaatsen en maakten de wegen onveilig en reizen werd een hachelijke onderneming. Plunderingen werden schering en inslag. Ook de bewaking van de grenzen liet te wensen over en het koninkrijk dreigde zo een gemakkelijke prooi te worden voor een inval van vreemde heersers. Scholen gingen dicht en weeshuizen moesten sluiten. Steeds meer mensen werden veroordeeld tot de bedelstaf. Toen ook de watervoorziening dreigde stil te vallen was de maat vol.

Afgevaardigden van alle gilden van het land, van de kleermakers tot de beenhouwers, allen smeekten bij Vadertje Staat om terug aan het werk te gaan. Tevergeefs. Ten einde raad stroomde het volk toe en hielden dag en nacht een wake onder het raam van de slaapkamer van Vadertje Staat. Het volk was tot inkeer gekomen dat ze allemaal zonen en dochters waren van Vadertje Staat en dat hij onmisbaar was.

De Raad der Wijzen stelde aan de Koning voor om de dag dat Vadertje Staat terug aan het werk zou gaan uit te roepen tot Nationale Feestdag. Elk jaar opnieuw zou Vadertje Staat in de bloemen gezet worden voor zijn tomeloze inzet. Zo geschiedde.

Toen Vadertje Staat het nieuws vernam toverde er zich een glimlach over zijn gelaat. Hij zag dat het goed was en sprong snel uit het bed en ging als de weerwind opnieuw aan de slag. Het volk juichte: ‘Lang leve Vadertje Staat’ en sloeg aan het feesten de ganse dag lang.

Doorheen de geschiedenis kreeg de Nationale Feestdag ter ere van Vadertje Staat een naam:

Vaderdag!


Voor het algemeen belang

Wat verwacht het volk van zijn regering? Dat zij regeert met als leidraad het welzijn van het volk te verbeteren. Sommige journalisten blijken daar een andere kijk op te hebben. Ivan de Vadder, om geen naam te noemen, trekt in ’de afspraak’ het beleid van een minister in twijfel omdat hij of zij niets van zich laat horen. Geen verklaringen aflegt aan de media en niet te zien is in de studio’s. Wat is er mis mee om in stilte te werken, los van de publieke schijnwerpers? De beste schrijvers doen het. Als expert journalist zou hij toch moeten weten dat de begroting de hoeksteen is van het politieke bedrijf. Als er geen gelden voorzien zijn in de begroting voor een bepaald project dan zal het er niet van komen. Geef mij maar een minister, van het om het even welke partij, die er in slaagt centen te krijgen voor de uitvoering van zijn beleid. Het zal me worst wezen of de minister al langs geweest is in ‘de afspraak’ als hij of zij maar zijn plicht doet, als vakminister uitvoeren wat er in het regeerakkoord staat. Een welbespraakt gepensioneerde journalist beschreef een partij als het glijmiddel van de regering. Daar win je volgens hem geen stemmen mee. Is dat wel zo? Voor Ome Rik zou het best kunnen dat velen in ons surrealistisch landje, waar 2/3° van de Belgen het goed tot zeer goed hebben, genoeg hebben van een journalistiek die de waan van de dag uitvergroot en van elke scheet een windhoos maken. Democratie is het georganiseerd meningsverschil. Maar door elk meningsverschil onder het vergrootglas te leggen werkt men de perceptie in de hand dat politici niets van bakken. Een normaal meningsverschil wordt als kibbelen beschreven. Alles kan natuurlijk veel beter maar het rijke België heeft een sterke sociale zekerheid, toegankelijk onderwijs, staat aan de top van de wereld wat vaccinaties betreft en ga zo maar door. Dank zij de vermaledijde politici. De nieuwe pispalen in onze samenleving. De politieker bestaat trouwens niet. Zoals er niet zoiets bestaat als de Islam of de Jood. Er zijn er goede, zelf idealisten, er zijn er slechtte, zoals in alle beroepsgroepen. Wat goed gaat wordt als evident beschouwd, en nauwelijks vermeld. Daarmee bestaat het gevaar dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Natuurlijk moet er nagedacht worden hoe men de politieke besluitvorming democratischer kan maken. Dat staat buiten kijf. Maar zaag ondertussen niet de poten van de stoel van de democratie. Wie zijn de eerste slachtoffers van een dictatuur? De journalisten natuurlijk, als pleitbezorgers van de vrije meningsuiting. Het is de taak van de journalist om kritisch te zijn. Maar dat is geen excuus om te vervallen in negativisme en zo extreem rechts zuurstof te geven. Neem nu de klimaatactivisten. Wat is nu de prioriteit? Om hun spijbelgedrag uit te vergroten of ingaan op de essentie van de zaak, de urgentie van de klimaatcrisis? De uitdagingen van deze tijd, het ecologische in evenwicht brengen met een sociaal economisch beleid zijn immens. Over de partijgrenzen heen moeten we met zijn allen, aan hetzelfde zeel trekken. Ook de media dienen constructief hun verantwoordelijkheid op te nemen. Voor het algemeen belang!


Voor het algemeen belang

Wat verwacht het volk van zijn regering? Dat zij regeert met als leidraad het welzijn van het volk te verbeteren.

Sommige journalisten blijken daar een andere kijk op te hebben. Ivan de Vadder, om geen naam te noemen, trekt in ’de afspraak’ het beleid van een minister in twijfel omdat hij of zij niets van zich laat horen. Geen verklaringen aflegt aan de media en niet te zien is in de studio’s.

Wat is er mis mee om in stilte te werken, los van de publieke schijnwerpers?

De beste schrijvers doen het.

Als expert journalist zou hij toch moeten weten dat de begroting de hoeksteen is van het politieke bedrijf. Als er geen gelden voorzien zijn in de begroting voor een bepaald project dan zal het er niet van komen. Geef mij maar een minister, van het om het even welke partij, die er in slaagt centen te krijgen voor de uitvoering van zijn beleid. Het zal me worst wezen of de minister al langs geweest is in ‘de afspraak’ als hij of zij maar zijn plicht doet, als vakminister uitvoeren wat er in het regeerakkoord staat.

Een welbespraakt gepensioneerde journalist beschreef een partij als het glijmiddel van de regering. Daar win je volgens hem geen stemmen mee.

Is dat wel zo?

Voor Ome Rik zou het best kunnen dat velen in ons surrealistisch landje, waar 2/3° van de Belgen het goed tot zeer goed hebben, genoeg hebben van een journalistiek die de waan van de dag uitvergroot en van elke scheet een windhoos maken. Democratie is het georganiseerd meningsverschil. Maar door elk meningsverschil onder het vergrootglas te leggen werkt men de perceptie in de hand dat politici niets van bakken. Een normaal meningsverschil wordt als kibbelen beschreven. Alles kan natuurlijk veel beter maar het rijke België heeft een sterke sociale zekerheid, toegankelijk onderwijs, staat aan de top van de wereld wat vaccinaties betreft en ga zo maar door. Dank zij de vermaledijde politici. De nieuwe pispalen in onze samenleving. De politieker bestaat trouwens niet. Zoals er niet zoiets bestaat als de Islam of de Jood. Er zijn er goede, zelf idealisten, er zijn er slechtte, zoals in alle beroepsgroepen.

Wat goed gaat wordt als evident beschouwd, en nauwelijks vermeld. Daarmee bestaat het gevaar dat het kind met het badwater wordt weggegooid. Natuurlijk moet er nagedacht worden hoe men de politieke besluitvorming democratischer kan maken. Dat staat buiten kijf. Maar zaag ondertussen niet de poten van de stoel van de democratie.

Wie zijn de eerste slachtoffers van een dictatuur? De journalisten natuurlijk, als pleitbezorgers van de vrije meningsuiting. Het is de taak van de journalist om kritisch te zijn. Maar dat is geen excuus om te vervallen in negativisme en zo extreem rechts zuurstof te geven.

Neem nu de klimaatactivisten.

Wat is nu de prioriteit? Om hun spijbelgedrag uit te vergroten of ingaan op de essentie van de zaak, de urgentie van de klimaatcrisis?

De uitdagingen van deze tijd, het ecologische in evenwicht brengen met een sociaal economisch beleid zijn immens. Over de partijgrenzen heen moeten we met zijn allen, aan hetzelfde zeel trekken.

Ook de media dienen constructief hun verantwoordelijkheid op te nemen.

Voor het algemeen belang!


Voor een armoedevrije gemeente en samenleving

Zij staan gespreid over gans het land, de borden Fairtrade gemeente, Kernwapenvrije gemeente en andere.

Waarom geen bord ‘Armoedevrije gemeente’? Als eerste stap naar een armoedevrije samenleving?

Als een olievlek kunnen er dan over heel België borden verschijnen. Armoedebestrijding komt zo zichtbaar in beeld.

Elke gemeente kan immers via de aanvullende steun aan iedereen die een inkomen heeft onder de Europese armoedegrens een aanpassing geven. Iedereen, dus ook de uitkeringsgerechtigden en de werkenden, zolang het inkomen onder de Europese armoedegrens ligt.

Belangrijk is dat deze aanpassing automatisch uitgekeerd wordt en dit zonder voorwaarden. Mensen in armoede zitten immers in een overlevingsmodus. De stress van vandaag slorpt zoveel energie opdat het denken aan morgen onmogelijk wordt. Om bijvoorbeeld een leefloon te kunnen krijgen moeten verschillende documenten worden bijeengebracht. De bureaucratie zorgt dat hulpvragers afhaken of niet bereikt worden.

Het is duidelijk: het huidig systeem van armoedebestrijding schiet zijn doel voorbij. De cijfers spreken voor zich. De afgelopen twintig jaar zijn de armoedecijfers niet gedaald, en dit ondanks onze stijgende welvaart. Als we de alleenstaande ouders met kinderen mee in ogenschouw nemen komen we aan 1/3° van de bevolking die structureel niet kunnen deelnemen aan het rijk der vrijheid.

Het automatisch toekennen van een vergoeding zal de sociologe Bea Cantillion vermoedelijk benoemen als een beperkt basisinkomen, de historicus Rutger Bregman als bestaanszekerheid, de partij Groen als welvaartsgarantie.

Wat doet het ertoe?

Als er maar iets beweegt.

Het lokaal beleid is de motor van onze democratie.

Een oproep aan onze gemeenten!

Neem het voortouw. Ga voor een armoedevrije gemeente!

Welke gemeente neemt de handschoen op?


A

Herinnering

Het stad was voor iedereen

Buiten huilt de wind