Een wereld van verschil

Je gelooft je ogen niet, Café de Klok in de pelikaanstraat.

Eerst denk je, waar ben je nu beland. Maar vergis je niet, hier is iedereen welkom.

Van de door het leven getekende stamgast, tot de toevallige passant of de buur achter de hoek.

 Zoals de oud gediende, die zijn bandje van de opname in het ziekenhuis is vergeten af te doen.  Gezeten naast Indische zakenlui, gsm bij de hand.

Het kan allemaal.

Het café  is de eenvoud zelfde, het interieur is al tientallen jaren het zelfde, zo volks als het maar zijn.

Met van generatie op generatie een cafébazin pur sang, een straathoekwerkster avant la lettre.

Met zicht op het centraal station, neem ik plaats op het uitgemeten terras.

Je gelooft je ogen niet, het is alsof het autosalon even op verplaatsing speelt.

Op een uurtje zag ik welgeteld: éen Rolls-royce, éen Lamborghini ,

twee Ferrari ‘s, vijf Porche’s, een tiental auto’s van het merk Mercedes. 

Bij de Audi’s en de terreinwagens ben ik de tel kwijt geraakt.

Zelden was het contrast zo groot.

De geburen naast mij voerden een gekend en erg geanimeerd gesprek over de tekorten in de sociale zekerheid.

“Er is geen geld meneer”, geen oog hebbend voor de Alfa Romeo achter hem, die geloof het of geloof het niet, links afsloeg.


Ik heb je mooi gemaakt

Ik zie wat jij niet ziet.

Mededogen

Maakt stukjes scherven 

Wat kunst wordt genoemd.

Ik zie wat jij niet ziet.

Erbarmen maakt

Vele stukjes jouw 

 Wat mooi wordt genoemd.


Je bent nog niet geweest!

‘Morgen verhuis ik naar een nieuwe woonst’.

Aan het woord is Annie, 82 jaar, al zou je het haar niet aangeven.

Verhuizen betekent, loslaten en opnieuw beginnen, des levens.

En toch.

De aanleiding is een val, waar hebben we dat nog gehoord…

Haar nieuwe woonst is, het woonzorgcentrum Hazelaar te Kontich.

Dàt noem ik nu groots zijn in kleine dingen.

Het is meer dan berusten in wat komen moet.

Stel je voor, het staat op je identiteitskaart, Hazelaar 93, 2650 Kontich.

Ik huur een deel van het woonzorgcentrum, alles inbegrepen weliswaar.

Ik ga wonen op NR : 93, 2° Verdieping, mét lift, gelukkig.

Ouder worden , heeft dan iets van je jeugd bij stellen in de loop van jaren.

Een geleende uitspraak natuurlijk.

Voor mij, dus een bel aan de deur. Bezoek, ook als het de verpleegster is die langs komt. Misschien is het immers wel de buurvrouw, die van NR 107, uit dezelfde straat, achter de hoek. Lang geleden niet gezien.

Nee, ik ga niet naar de cafetaria, ik ga op café, ene pakken, tenminste als er tripel van Westmalle is. Van ’t schap, als het even kan.

‘Ik hoop dat ze me goed verzorgen’.

Hallo, mag het iets meer zijn? Vrienden voor het leven maken, misschien.

Voor de periode die komen gaat, alle goeds, Annie.

Je bent nog niet geweest!


In Jezus naam!

‘Waar twee of drie verenigd zijn in mijn naam daar ben ik in hun midden’.

Er zijn van die momenten dat je het aan de lijve mag ondervinden.

Het liber amicorum voor Frans Van Steenbergen was zo één.

In de kapel leek het alsof de bergrede opnieuw werd uitgesproken :

‘Gelukkig zijn de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden’.

‘Gelukkig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten’.

‘Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden’.

Je zag ter plekke wat vriendschap teweeg brengt.

Van heinde en verre kwamen mensen erkenning geven aan die ene, die ene, die voor velen een symbool van hoop is geworden.

Bij leven dit meemaken, het is weinig mensen gegeven.

Wie goed doet, goed ontmoet.

Zo werd een dankwoord een boek, als een geschenk voor ons allen.

Zo werd vreugde om de afgelegde weg, een teken van genegenheid.

Ik heb iets met engelen.

Ze bestaan.

Ik heb er enkele ingonito gezien daar in de kleine kapel ter ere van die grote missionaris.

Nog één wens :

Moge zijn licht, nog lang als een engel onder ons, blijven schijnen… tot het volbracht is.

In Jesus naam!

Geschreven naar aanleiding van de viering van de 75 ste verjaardag van Frans Van Steenbergen en zijn jubileum 50j priesterschap


Doorgaan!

Het gebeurde in een fractie van een seconde.

Even je evenwicht kwijt en daar lag je dan acht verdiepingen lager.

Na twee jaar intensieve revalidatie kan je jezelf elektronisch voortbewegen en heb je terug de gave van het gesproken woord. Al klinken de klanken wat anders, horen zullen we je.

Nu staat iedereen in verstomming te kijken naar jouw gedrevenheid en enthousiasme.

‘Waar is de gulle lach gebleven?’ vroeg Wim Sonneveld zich af. Bij jou weerklinkt de gulle lach alsof ze nooit is weggeweest. Voor mij ben je één van de vele topsporters die de media niet halen. Je bent langs diepe dalen gelopen, je hebt bergen beklommen, een lange mars afgelegd. Maar je staat er terug.

Het gebeurde in een fractie van een seconde.

Je mistte de twee laatste treden van de trap. Verlamd aan de onderste ledematen door een slechte landing op de rug. Van het ene moment op de andere, een nieuwe identiteit : persoon met een beperking. Alsof je vroeger geen beperkingen zou gehad hebben.

Nu ben je door je vrijwilligerswerk voor velen een symbool geworden.

Feniksen kunnen wel degelijk uit hun as verijzen, gekwetst, maar krachtiger als nooit tevoren.

De Chinese filosoof, Meester Xun, wist het al :

‘Een oude aftandse knol legt de dagafstand af van een raspaard af in tien dagen. Deze prestatie zit hem in het feit dat de knol niet opgeeft ‘.

Zo wordt de oude knol op haar beurt een raspaard.

De oude knol en de topsporter hebben veel gemeen, waar het om draait is, doorgaan.

Doorgaan!