Op een dag als vandaag is het belangrijk om de vele strijders voor het vrije woord een hart onder de riem te steken. Vooral diegenen die het toch doen, al wordt dit niet als hun eerste taak omschreven. Diegenen die zelden een spreekgestoelte krijgen en daarvoor soms een prijs voor betalen op vlak van loopbaan of gezondheid.
Het conflict is zo oud als de straat. Socrates, dé vragensteller bij uitstek, werd, een paar honderd jaar voor Christus ter dood veroordeeld, omdat hij een gevaar zou zijn geweest voor de openbare orde en de opvoeding van de jeugd.
Op een dag voor het vrije woord aandacht voor de kritische vragensteller die in openbare dienst werkt. Hij of zij staat vaak voor een prangend dilemma.
Enerzijds heeft hij het recht op vrije meningsuiting uit hoofde van zijn functie.
Anderzijds is het hem of haar, verboden feiten kenbaar te maken die de positie van de organisatie waarin hij werkt kan schaden. Hij kan het verwijt krijgen dat hij de vertrouwensrelatie werkgever-werknemer in gedrang brengt. Hij kan bekeken worden als een niet loyale werknemer, en zal daardoor vaak moeilijker in aanmerking komen voor promotie. Zo in de zin –U hebt alle kwaliteiten-uitzonderlijk-, maar we hebben toevallig een andere kandidaat die nog uitzonderlijker is - een waar genie. Pech, het is van alle tijden. Wat U zegt klopt misschien wel, maar U hebt met Uw communicatie niet de hiërarchische weg gevolgd. Vaak een voldoende reden tot negatie van de boodschap. Aanklachten blijven zo vaak binnenkamers.
Is de boodschapper dan niet loyaal als ambtenaar of is hij integendeel een kritische vragensteller met het openbaar belang voor ogen? Wat er van zij de geschiedenis heeft Socrates omarmd, heil aan de kritische vragensteller, vooral diegenen die tegen wil en dank hun eigen ding blijven doen omwille van het vrije woord. Is er een nobeler doel?
Holvoet Rik
( Deze bijdrage is geschreven in persoonlijke naam)
Bij de uitreiking van de arkprijs 2012 aan Peter Holvoet-Hanssen