Nee, ik ben niet de landloper, ik wees discreet naar de man naast mij, gekleed in een kostuum, net geleverd door spullenhulp.
Ik geef toe, in mijn jonge jaren zag Ome Rik er eerder sjofel uit. Lange haren, een rosse baard, gekleed in een groene parka.
Het was een paar dagen daarvoor begonnen toen de directeur van de gevangenis mijn bureau, een omgebouwde cel, briesend binnenstormde 'Hij moet zo snel mogelijk buiten'. 'Wie is hij?' vroeg ik, mijn bril schuinzettend.'De landloper die mijn tuin onderhoudt, hij wordt te familiair'. Een reclassering klinkt beter dan een overplaatsing,staat beter in de statistieken. In die tijd was de directeur van een gevangenis, god de vader, zijn wil was wet.Ook al leek het een mission impossibel, om deze klus op enkele dagen te klaren. Dan maar een 'annonce' in de gazet gezet, tuinier zoekt werk. Geloof of het geloof niet, twee dagen later telefoon van een echte kasteelheer, een uitstervend ras.Of ik met de persoon in kwestie kon langs komen? Na uitzonderlijk een uitgangspermissie te hebben verkregen, stapten we samen de kasteelheer tegemoet. Hij gaf mij een hand, 'welkom, ik ben verheugd om U dienst te nemen'...
Het is me gans mijn loopbaan bijgebleven. Er moet niet veel gebeuren om van de voetsteen van hulpverlener naar hulpvrager te vallen.Ga er maar best niet vanuit, mij zal dat niet overkomen. Zelfs het verschil tussen de gevangene en de cipier, nu penitentiair beambte, lag soms héél uitzonderlijk, enkel in wie het uniform aanhad.
Een levensles, perceptie bepaalt sterk de omgang tussen de mensen onderling. Al te gauw staan we op basis van uiterlijke kenmerken klaar met ons oordeel. Ik besefte, het was tijd om van dressing code te veranderen.Al was het maar om de schijn van deskundigheid staande te houden.
Want zoveel is zeker, de kleren maken de man.