Hij had getwijfeld om naar de herdenking te komen. Hij was tenslotte al 87, en ze waren nog maar met twee van zijn regiment. Hij was de jongste.
18 jaar was hij toen hij Nederland heeft helpen bevrijden. Je deed het gewoon, je was jong, je kreeg een geweer, je geloofde in vrijheid en solidariteit.
Nu na al die jaren de twijfel. Was het de moeite waard geweest?
Een burgemeester zonder zijn driekleurige sjerp. Politieke spelletjes, hij gruwt ervan.
Er is zo weinig solidariteit meer, zucht hij. Het doet hem echt fysiek zeer als jongeren niet opstaan voor ouderen op den tram. Hij voelt zich niet meer veilig ’s avonds.
De jeugd, het actieve beroepsleven, vanaf zijn 14 jaar, het is voorbij gevlogen. Nu is hij al vijf en twintig jaar bezig aan zijn derde openbaar leven, op rust .
Zijn derde vrouw wacht thuis, lieve schat, ik zal later zijn… kouwe kip is ook lekker.
Het derde openbaar leven duurt hem te lang. Pijn overal, twee nieuwe knieën, plasproblemen, het mag gedaan zijn.
Alsof het gifgas van de eerste wereldoorlog opnieuw een slachtoffer heeft gemaakt. Maar dan wel het sluipend gif van de verbittering en de ontgoocheling.
Maar hoor, daar klinkt de Brabançonne.
Hij veert fier recht in houding en brengt de militaire groet.
Oude glorie kan mooi zijn.
Respect.