Er zijn mensen die zorgen voor geluk waar ze ook komen of zijn.
Ome Rik noemt hem de vriendelijkste man van Mortsel. Geloof het, of geloof het niet, ik ken niemand die zo gelukkig is met zichzelf als deze broze grijsaard.
Een echte levenskunstenaar pur sang. Zelf in het ziekenhuis zegt hij: 'ik verveel me nooit, of ik hier ben of in mijn luie zetel zit thuis, wat maakt het uit?' Ach, wat zou ik graag leerjongen in zijn school of life zijn geweest.
Misschien is het niet toevallig dat hij kartonnen dozen met poëzie heeft volgeschreven, deze Rutger Kopland van Mortsel. Hij ademt poëzie zoals het water dat naar de zee loopt.
Nu gaan zijn gedachten dankbaar terug naar zijn kinderjaren. Zijn ogen blinken ondeugend als hij vertelt over het eenvoudige boerenleven van vroeger. Als een boom die met zijn wortels op zoek is naar het ultieme begin.
Gisteren en eergisteren weet hij niet meer. Maar in het Nu is hij, God zij dank, zalig aanwezig.
'Als je zo ver bent dat je niet meer verder kunt ben je al een eind', schreef hij. Zo eenvoudig is het. Wat is de zin van het leven schrijft een oude vrouw verblijvende in een woonzorgcentrum in een lezersbrief aan de psycholoog van de Flair, nu ik niets meer kan?
Schrijf, laat je verbeelding werken was het antwoord. Of zoals een bekende aimabele dichter zegt; 'maak reizen in je hoofd'.
Schrijven kon hij als geen ander.
Ik kijk de oude man na als hij door de gangen schuift. Nog even en er rest "enkel vermetel hopen op een later", zo las ik in één van zijn gedichten.
Hoe kunnen we onze dankbaarheid uiten om zoveel levenswijsheid?
Ome Rik weet een plek waar zijn woorden een plaats kunnen krijgen.
Een plek waar gedichten thuis zijn, een plek die hij vaak bezocht heeft.
In den Botaniek:
De Tuin der poëten.