De landloper die de weg kwijt was (3/3)

Op een blauwe maandag  zocht een landloper onderdak in het kasteel van de Mensenlezer en zijn mooie prinses.

Iedere nieuwkomer werd door de kasteelheer verwelkomd. Gastvrijheid stond op het kasteel hoog in het vaandel geschreven.

De Mensenlezer had al veel landlopers ontvangen maar aan deze man zat  echt een flink geurtje.

Als snel werden door de bedienden de ramen opengezet, want de stank werd ondraaglijk.

De landloper zag er niet uit. Ongewassen haar, versleten vest en broek, kapotte schoenen, niet om aan te zien.

‘Hoe kom je in deze toestand?’: vroeg de Mensenlezer bezorgd.

‘Ik ben de weg kwijt,’: zie de landloper. ‘Ik dool alle dagen rond, ik weet niet waar naartoe.

Het enige wat ik doe is doelloos stappen, bedelen en drinken.

Drinken om te vergeten dat je de weg kwijt bent, dat gebeurt wel meer, dacht de Mensenlezer.

Een mens die de weg kwijt was, dit was ernstig, heel ernstig, wist de Mensenlezer.

Daar moest iets aan gedaan worden.

‘Ik stel voor dat je zes maanden in de stallen van mijn kasteel komt werken, en dit onder toezicht van mijn stalmeester. Na zes maanden zien we wel verder.’

Zo gezegd, zo gedaan.

Al was het in begin voor de landloper niet gemakkelijk.

Alle dagen op tijd opstaan bij het krieken van de dag. Normaal sliep hij ’s morgens zijn roes uit.

De stallen uitmesten, de paarden roskammen, de koeien melken. Geen tijd meer om na te denken welke weg hij op moest.

Doodmoe viel hij ’s avonds als een blok in slaap. De volgende dag moest er weer van vooraf aan begonnen worden.

Nu er werd ook goed voor hem gezorgd.

Elke morgen chocomelk met warm vers gebakken brood, maaltijden die hij in lange tijd niet meer gegeten had.

Eigenlijk lustte hij geen chocomelk, maar dat durfde hij niet aan Elena, de kokkin, te zeggen.

Integendeel hij vroeg vaak een extra portie, al was het maar om nog eens door haar bediend te worden en een glimp op te vangen van haar mooie blauwe ogen.

Hij prees haar zo vaak dat Elena er begon van te blozen.

Zo gingen de dagen voorbij en de landloper was zijn vroeger leven al zo goed als vergeten toen hij na zes maanden bij de Mensenlezer werd geroepen.

Het was een heel andere man, gespierd en gebruind die de gelagzaal betrad.

Weg was de doffe blik in zijn ogen, integendeel zij straalden levenslust uit.

‘En heb je de weg teruggevonden,?’: vroeg de Mensenlezer.

‘Ik ben aangekomen, ik zou graag willen blijven,’: zei de landloper, die geen landloper meer was.

‘Ik geef je een stuk grond ter pacht, zodat jezelf een boerderij kunt opstarten,’ zie de Mensenlezer.

Dankbaar vroeg de landloper, die geen landloper meer was, de hand van Elena de kokkin.

Want met tweeën is leuker dan alleen. Gedeeld werk is half werk.

Dàt had de Mensenlezer niet verwacht, hij ging zijn kokkin missen, maar ja wie was hij dat hij de liefde in de weg zou staan.

De landloper, die geen landloper was noemde zijn boerderij, ‘De wegwijzer’.

Iedereen die de weg kwijt was welkom.

Zorgboerderij had ook een mooi woord geweest.

Maar ja, dat woord bestond toen nog niet.

En in een sprookje is dat niet van tel.


Een woestijn van steen

Foto’s zeggen soms meer dan woorden.

Ome Rik heeft altijd iets gehad met het operaplein. Bijna 25 jaar was mijn werkplaats gevestigd in de Teniersbulding met uitzicht op het operaplein.  Op die plek wordt nu een hotel gebouwd.

De verwachtingen waren hooggespannen. Het ging het grootste autovrije plein worden van Europa.

Althans dat werd gezegd.

Het mooie operagebouw zou eindelijk meer tot zijn recht komen.

Toegegeven architect Manuel de Sola Morales had geen makkelijke opdracht. Hij moest zowel boven als ondergronds denken.  Mobiliteit en leefbaarheid met mekaar verzoenen, voorwaar geen sinecure.

Portugese graniet natuurtegels zouden het licht weerkaatsen en het operagebouw oplichten.

We zullen het geweten hebben.

Het moet gezegd zijn het conceptontwerp van het Operaplein dateert van 2008.  En dit na jaren van studie en voorbereiding.

Een andere tijdsgeest.

Een tijd dat er meewarig werd gekeken naar ecologisten die een pleidooi hielden voor windmolens, meer bomen en ontharding.

Het rapport ‘Grenzen aan de Groei’ van de Club van Rome werd afgedaan als sciencefiction.  

Nu moeten we vaststellen dat hun voorspellingen jammer genoeg zijn uitgekomen.

We spreken niet meer van klimaatverandering maar van klimaatcrisis.

Schade is er al, daar kunnen we niet om heen.

We moeten niet aan doemdenken doen. Maar dan zijn er nu moedige, rechtvaardige, lange termijn beslissingen te nemen.

Biodiversiteit dient hoog op de politieke agenda te komen willen we nieuwe pandemieën voorkomen.

Laten we leren uit de geschiedenis.

Wat we niet meer willen:

Een woestijn van steen.


De laatste der Mohikanen

Ome Rik is onlangs verhuisd en geloof het of geloof het niet het doet wat met een mens.

Je zou er een boek over kunnen schrijven, ik hou het op een column.

In je adres gaat de tijd zijn gang.

Het had een andere titel kunnen zijn van deze column: ‘de paradox van het verhuizen’.

Verhuizen is een stap zetten in de toekomst, een nieuwe start nemen wordt je toegewenst.

Je voelt je even als een slang die zijn oude huid aflegt, een nieuwe lente tegemoet. Het doet je even jonger voelen, een nieuw avontuur weet je wel.

Oudere mannen hebben immers de neiging in de hoop jong te blijven, te blijven denken als een twintiger of dertiger, als het wat tegen zit.

Paradoxaal nemen herinneringen echter de bovenhand.

Honderden vergeten foto’s komen uit kasten en schuiven tevoorschijn als parels uit het verleden.

Goede herinneringen doen je glimlachen, blijven duren.

Het is alsof je een oude bekende terug tegenkomt, na een lange tijd van afwezigheid.

Een hernieuwde ontmoeting die je ziel streelt.

Neem nu de foto onderaan deze column.

Een foto van de Holvoeten clan aan de feesttafel begin jaren vijftig van de vorige eeuw.

Allen kijkend in de lens, met grootvader als een godfather in het midden, de bruid naast hem gezeten.

Een ganse familie, de meesten in ‘de fleur van hun leven’ met hun verlangens, de toekomst tegemoet kijkend.

Wij, de nakomelingen weten hoe hun leven verder is gelopen.

Al die mensen die ooit ook jong zijn geweest zijn er nu niet meer.

Op één iemand na, een krasse negentiger.

Het moet wat zijn  om iedereen te overleven. Telkens afscheid nemen, loslaten.

Des levens wordt gezegd.

Ik kan het weten, zijn leven is al een mooie tocht geweest.

En toch straks, wie weet wanneer, zal ook hij een herinnering worden.

De laatste der Mohikanen.


De ideale partij

NVA plus GROEN zou de ideale partij vormen zegt Kirsten Bertrand in haar standpunt. Was het maar zo zo simpel.

NVA staat voor een nationalistisch conservatief, zeer liberaal beleid, en dat is hun goed recht.

GROEN staat voor ecologie. Een lezersbrief is is geen opiniestuk, dus kort gezegd, levenskwaliteit met oog voor de draagkracht van onze planeet. Dus veel ruimer dan alleen het klimaat. Economie bijvoorbeeld mag natuurlijk winst maken, maar dient ten goede komen aan gans de bevolking. Waarvan de aandeelhouders slechts een deel van uit maken.

Alle wetenschappers vragen om een duurzaam en sociaal beleid. Duurzaam beleid dient niet meer te kosten, integendeel het brengt op. Een eerlijke herverdelende belastinghervorming, om maar iets te noemen, kan eindelijk iets doen aan de armoede in ons land.

De moed om Nu moedige beslissingen te nemen waarvoor geen draagvlak is, maar die op lang termijn voor ons allen noodzakelijk zijn.

Dat zie ik nu echt de NVA niet doen.

Factcheck, waar Groen mee het beleid voert worden wel moeilijke en moedige beslissingen genomen. Natuurlijk is niets perfect, dat weten alleen de stuurlui die aan wal staan.

Het is echter aan de kiezer om echt voor een ander beleid te kiezen. Niet te gaan voor de anti politiek, maar positief te kiezen voor een ander beleid.

Lezersbrief gestuurd naar De Morgen,daags na Rerum Novarum


Tijd voor duidelijkheid

Het was een klein berichtje vorige week in de krant:

“De gewezen adjunct-gevangenisdirecteur Jean Bultot moet uit Mozambique naar België gehaald worden als getuige in het dossier ‘Bende van Nijvel’ en dit op vraag van onderzoeksrechter Martine Michel”.

Wat heeft Ome Rik in godsnaam met Jean Bultot te maken?

Geloof het of geloof het niet, Jean Bultot was één van mijn directeurs toen ik begin de jaren tachtig als maatschappelijk assistent werkzaam was in de Gevangenis van St. Gilles.

Al die jaren bleef Ome Rik zich afvragen hoe het mogelijk was dat deze toenmalig jongste gevangenisdirecteur van het land, afgestudeerd met grote onderscheiding, weggezonken is in het crimineel milieu.

Hoe wordt de boswachter zelf stroper?

Jong, ja zelf te jong om onervaren in het gevangenisleven gestort te worden, fronste ik toen toch al een paar keer de wenkbrauwen.

Zijn passie voor wapens en duidelijke voorkeur voor extreem rechtse ideeën vielen op. Zo werd het gevangenispersoneel aangemoedigd om lid te worden van zijn schietclub ‘Prison Pratical  Schooting Club’. Waarvoor ik feestelijk bedankte. Gewapende penitentiaire beambten? God Hebbe mijn Ziel, dacht ik toen.

In zijn bureau werd de Navo en wapenbezit openlijk verheerlijkt. Dat hij mij in een gesprek een ‘salle gauchist’ noemde was er natuurlijk over. Trumpiaans, een directeur kwam toen met veel weg.

Hoe wordt de boswachter zelf stroper?

In geval van Jean Bultot, vermoedelijk een cocktail van omstandigheden.

Enkele hypothesen:

  1. Een ideologie kan mensen aanzetten tot het kwade. Meer nog zo lijkt het kwade goed. Denk maar aan de Oostfronters die ten strijde trokken tegen het communisme. Velen vertrokken overtuigd van de goede zaak.
  2. De verleiding van het geld. Op grote voet leven heeft zijn prijs.
  3. De aantrekkingskracht van het verbodene. Ook hier gaat er verleiding van uit. Iets doen wat niet mag, het heeft iets avontuurlijks.

Hoe wordt een boswachter stroper?

Jean Bultot blijft alle betrokkenheid met ‘de Bende van Nijvel’ ontkennen. Een link tussen hem en ‘de Bende van Nijvel’ is na al die jaren nog steeds niet bewezen.

Jean Bultot spreekt van manipulatie en betrokkenheid van de staatsveiligheid.

 Is hij een  fantast of wordt hij als bliksemafleider gebruikt, zodat de echte schuldigen onder de radar kunnen blijven?

De schijn heeft hij in ieder geval tegen.

Wat er ook van zij:

Tijd voor duidelijkheid.